Maak je eigen studieplanning

Teken een week uit (komende week bijvoorbeeld). In kleine stappen denken (dus in weken) houdt plannen behapbaar, maar je kan dit ook voor een hele maand doen.

Schrijf alle vaste studieafspraken in deze week op en markeer ze met
een kleur (visuele trigger 1). 

Teken er vervolgens een tekening of icoon bij (visuele
trigger 2). Dit helpt je ook bij het voorbereiden van een vak. 

• Wat waren we ook alweer aan het doen? 
• Wat verwacht ik van vandaag en  heb ik misschien al een vraag die ik aan de docent wil stellen?

Bij deze laatste stap vindt de vertaling van woord naar beeld plaats.

(Abstracte) begrippen zoals waar we nu mee werken, kunnen op een heleboel manieren gevisualiseerd worden. Mensen maken vaak of heel algemene, symbolische tekeningen (een hart bij het woord ‘liefde’) of juist een specifiek ding/mens/situatie (een man en vrouw die aan het kussen zijn). In het geval van deze planning kan het allebei, zolang ze maar betekenis geven aan de woorden die je opschrijft

Zet vervolgens alle sociale afspraken in de planning (en markeer die met een andere kleur).

Zet ook tijd om te ontspannen in een andere kleur in de planning en houd rekening met 2 tot 4 dagdelen.

Plan ook tijd voor zelfstudie in.

Het is belangrijk de taken klein te houden om ze behapbaar te maken: ‘Studeren’ zegt nog niet veel over wat je precies gaat doen in die tijd.

Om goed te kunnen studeren, helpt het als je weet wat je gaat doen en hoeveel tijd je daarmee zoet bent. Start met het opdelen
van de opdracht die je gekregen hebt. Maak behapbare taken voor
jezelf die je in maximaal een uur kunt uitvoeren. Dit is voor iedereen verschillend, iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten, houd hier ook rekening
mee in jouw uren inschatting. Ga daarna kijken wanneer de deadline is voor de totale opdracht, als je dat weet kun je alle kleinere taken in je
planning zetten in de tijden voor zelfstudie. Hierdoor weet je zeker dat je de deadline zult halen.

Je kan jezelf eventueel de volgende vragen stellen:

• Waar ga ik studeren?
• Hoe ga ik beginnen?
• Welke materialen heb ik nodig?
• Hoe weet ik of ik klaar ben?
  Wil ik bijvoorbeeld feedback vragen aan een medestudent?
•  Wil ik wel echt gaan studeren vanavond, of ga ik toch (stiekem) Netflixen? in dat geval kan ik beter een ander moment plannen om te gaan studeren.
• Is de tijd die ik ervoor uittrek wel genoeg?
• Wanneer moet het doel bereikt zijn?
• Wanneer heb ik pauze en hoe lang?
• Wanneer ben ik zelf het meest geconcentreerd, en kan ik misschien
  moeilijkere taken aan, en wanneer juist helemaal niet: wat is mijn bio ritme?

Pak de taken waar je meer stappen voor moet nemen eruit en maak daar ‘projecten’ van waar je alle taken van uitschrijft (eventueel op aparte post-its). 

Verdeel de taken over de verschillende zelfstudieplekken tot je
tevreden bent en schrijf ze vervolgens op op de juiste plek.

Dat is ook handig als er in groepen gewerkt wordt, want
er moet dan een goede balans gevonden worden tussen op
locatie en thuis werken.

Plan ‘buffer studietijd’ in. Dit kan mogelijk vrije tijd worden als de
studietaken afgerond zijn.
Houd er rekening mee dat creatief werk vaak uitloopt.