Feedback geven en ontvangen
Stap 1
Maak duo's. De een maakt een mindmap van het onderwerp 'feedback geven'. De ander van het onderwerp 'feedback ontvangen'.
Stap 2
Bespreek de mindmap met elkaar. Wat zijn de verschillen en wat de overeenkomsten?
Stap 3
Een aantal zaken zijn belangrijk bij
het zoeken naar feedback:
- willen horen wat er nog niet goed is
- onderscheid kunnen maken tussen maker en werk
- je moment kiezen > niet te vroeg niet te laat
Bij feedback geven hoort dat je:
- eerlijk bent
- wellevend (niet de persoon wel het werk)
- en ook: moment kiezen 'wil je mijn feedback' en 'waar wil je feedback op?
Dus niet:
"Sorry, maar dit werk ziet er dus echt niet goed uit. De kleuren zijn lelijk en ik zie niet wat ik met die app kan doen. Ik zou een andere opleiding kiezen."
Maar bijvoorbeeld:
“Als ik naar dit ontwerp kijk, zie ik een aantal goede dingen als....en wat punten waar je nog aan zou kunnen werken, zoals de visuele hiërarchie. Ik voel me als
gebruiker nog wat verdwaald omdat ik niet zie wat het belangrijkste is. Visuele helderheid en een duidelijk
overzicht van wat een gebruiker kan doen zijn belangrijk. Ik zou een tweede versie maken waarin je daar nog wat meer aandacht aan besteedt.
Maak nieuwe duo’s waarbij de een de
feedback gever is en de ander de ontvanger.
De feedback ontvanger toont een werk (het liefst een echt werk uit de praktijk) aan de feedbackgever. De feedbackgever mag nu eerst op een ‘verkeerde’ manier feedback geven. De feedbackontvanger schrijft op:
- wat deze feedback met hem/haar doet
- wat hij/zij ermee zou doen.
Stap 4
Bespreek dit met elkaar. Nu schrijft de feedbackgever
een zin op waarin hij wel constructieve feedback geeft en spreekt deze hardop uit tegen de feedback ontvanger.
De feedback ontvanger schrijft weer op:
- wat deze feedback met hem/haar doet
- wat hij/zij ermee zou doen.
Stap 5
Als je met studiegenoten samenwerkt, is het belangrijk om met veel tact te werk te gaan. Je komt misschien uit verschillende culturen of bent andere manieren van communicatie (van huis uit) gewend. De principes van geweldloze communicatie van Marshall B. Rosenberg kunnen helpen bij het geven en ontvangen van constructieve feedback.
Bij geweldloze communicatie staat voorop dat je uit hoe je je zelf voelt. Je spreekt dus niet voor een groep maar houdt het dicht bij jezelf. Daarnaast geef je geen kritiek, vel je geen oordeel en wijs je geen schuldige(n) aan
Het geven van feedback volgt bij geweldloze communicatie een vast patroon:
Obervatie
Dit is waar het allemaal mee begint en gaat puur over wat je ziet, hoort, proeft,
merkt etc. Wees duidelijk en specifiek.
Bijvoorbeeld:
Als ik (zie/hoor)…
Gevoel
In dit deel gaat het om het benoemen van jouw emotie in relatie tot wat je observeert.
Bijvoorbeeld:
(dan) voel ik…
Behoefte
Nu koppel je dit aan diepere waarden of behoeftes die je gevoelens kunnen verklaren.
Bijvoorbeeld:
omdat ik sta voor…
Verzoek
Tot slot stel je geen eis, maar doe je een verzoek voor verandering of actie ‘die jouw leven verrijkt’
Bijvoorbeeld:
Zou je willen…
Dus niet:
“Je hebt weer jouw deel van het werk niet af. Ik heb toch al 10 keer gezegd dat het belangrijk is. Je zou eens met je SLB'er moeten gaan praten want dit is niet normaal!”
Maar bijvoorbeeld:
“(Observatie) Wanneer ik merk dat het werk niet op tijd af is (Gevoel) voel ik frustratie en ergernis (Behoefte) omdat ik openheid en solidariteit erg belangrijk vind. (Verzoek) Zou je willen zorgen dat het werk op tijd af is?”
Zo klinkt het als een redelijk verzoek en niet als een verwijt.
Maak weer nieuwe duo’s. Heeft een van jullie weleens een moeizame samenwerking ervaren? Leg deze situatie voor en bedenk samen hoe je dit zou kunnen oplossen met behulp van het patroon van geweldloze communicatie. Schrijf ook dit op.